Het jaar waarin Sabrina Starke veertig werd, was veelbewogen. Ze onderging chemotherapie in coronatijd en keerde naar binnen, om na te denken over hoe ze in het leven stond. Als ze nu terugkijkt op haar ziekteproces ervaart ze het als een healing journey.
TEKST LIDDIE AUSTIN FOTOGRAFIE DANA VAN LEEUWEN STYLING SANDRA KISSELS VISAGIE ANITA JOLLES
Elke vrijdag post singer-songwriter Sabrina Starke (41) op Instagram een bericht in het kader van Diaspora Wellhouse, het platform dat ze samen met vriendin Irene Hin heeft opgericht (waarover later meer). Vandaag citeren ze de Caribische schrijfster Audre Lorde: ‘Caring for myself is not self-indulgence, it is self-preservation, and that is an act of political warfare.’
Het is een les die Starke in 2020 heeft geleerd: selfcare boven alles. Het heeft haar duidelijk goed gedaan. Ontspannen en weloverwogen vertelt ze over wat er gebeurde in het jaar waarin ze veertig werd. De feiten: nadat bij haar op 17 oktober 2019 borstkanker was geconstateerd, onderging ze een borstamputatie, waarop een intense periode van chemotherapie-in-coronatijd volgde.
“Het was op alle terreinen incasseren,” herinnert ze zich. En, hoe gek het ook klinkt: ze had deze periode niet willen missen. Hoe het leven was voordat ze ziek werd? “Ik deed te veel op eigen kracht, puur in de ‘sterke vrouw,stand. Ik lette wel op wat ik at, maar tegelijkertijd deed ik aan energieroof en negeerde ik het spirituele en mentale. The full circle van lichaam, geest en mind was bij mij uit balans. Er zat zoveel stress in mijn lijf door het hectische leven dat ik had met optreden, verantwoordelijkheden, mijn gezin. Dat voelde ik wel, maar ik wist niet hoe ik het kon rechttrekken. Ik rende mezelf voorbij.”
Was je verbaasd dat je ziek bleek te zijn?
“Toch wel: daar schrok ik erg van. Van mijn studie natuurvoeding wist ik dat een lichaam dat uit balans is ziek wordt. Ik wist óók wat je moet doen om het weer in balans te brengen, maar bracht die theorie niet in de praktijk. Ik denderde maar door. Maar toen ik de diagnose kreeg, stopte de trein en moest ik met mezelf aan de slag. Ziek worden was kennelijk de enige manier om mij tot stilstand te brengen en me te dwingen om naar binnen te kijken.”
Kon je dat meteen al?
“Nee, dat is gegroeid. Zeker in de beginfase, tijdens de onderzoeken die aan de behandelingen voorafgingen, voelde ik veel onrust. Het enige wat hielp was om elke ochtend om half zeven op te staan en beneden op mijn matje te gaan zitten. Gewoon maar zitten en voelen. Het begin van de coronatijd vond ik ook eng: ik had al kanker, stel je voor dat daar corona bovenop kwam? Mijn weerstand was toen zo laag. Maar ik merkte dat mijn angsten de situatie alleen maar verergerden. Ik deed dus maar wat ik kon: geen contacten buiten mijn gezin, en gezond eten. > Wat ook hielp was dat ik me aan het begin van dit proces had voorgenomen om tegenover het gif dat bij de behandeling mijn lichaam binnen zou gaan, bewust een pakket mooie, lieve en gezonde dingen neer te zetten.”
Hoe zag dat pakket eruit?
“Ik ontwikkelde een routine die bestond uit schrijven, lezen, mediteren, goed eten, rusten. Ik beschermde mezelf tegen informatie waaraan ik niks had, dus ik ging niet online op zoek naar verhalen van lotgenoten. In dankbaarheid ontving ik alle hulp die me werd geboden. En ik benutte deze periode door na te denken over hoe ik in het leven stond en boeken te lezen die me verder konden helpen. Selfcare was niet helemaal nieuw voor me, maar nu neem ik het echt serieus. Mijn rituelen zijn heilig voor me geworden. Elke ochtend als ik mijn ogen open, besef ik: er is een nieuwe dag begonnen, ik ben er, dank daarvoor. Aan het einde van de dag sta ik stil bij hoe die is verlopen. Hoe voelde ik me? Heb ik goed op mezelf gelet? Wat zou beter kunnen? Zo probeer ik te voorkomen dat ik terugschiet naar de stress van vroeger.”
Je moest naar binnen kijken, zei je. Wat zag je?
“Iemand met veel angsten. Omdat die soms uitmondden in paniekaanvallen, ben ik er een tijdje voor in therapie geweest. Het was een sociale angststoornis, kreeg ik te horen. Dat vond ik heftig, maar ik kon er niet zoveel mee. Tijdens mijn ziekte besefte ik dat ik enerzijds heel erg in het verleden leefde en me anderzijds veel zorgen maakte over de toekomst. De plek waar ik nooit was, was in het nu. Als deze ziekteperiode me iets heeft opgeleverd, dan is het wel dat ik veel meer in het nu ben gaan leven. Daarmee zijn zoveel van mijn angsten weggevallen. Wat vroeger is gebeurd, doet er niet toe, want we leven nu en nu speelt dit niet. Wat er in de toekomst zal gebeuren is evenmin belangrijk, want dat weten we niet. Dat wist ik natuurlijk al, maar vorig jaar landde het pas echt. Het alsof er een soort verlichte rust over me heen kwam: ik bekijk het leven gewoon per dag.
Gek genoeg was ik altijd extreem bang voor de dood. Toen ik borstkanker bleek te hebben, dacht ik: je bent altijd bang geweest voor de dood en nooit doodgegaan. Nu heb je reden om bang te zijn. Hoe is dat? Door in het nu te leven, kon ik zelfs die doodsangst loslaten. Ik hoef me geen zorgen te maken over de dood, want nu leef ik. Als het de bedoeling is dat ik hier nog een tijdje ben, dan zal ik er zijn.”
Nam je het verleden ook onder de loep?
“Ik heb me in mijn voorouders verdiept, die zijn voor ons Surinamers altijd heel belangrijk. Ik was zes maanden oud toen ik met mijn ouders vanuit Suriname naar Nederland kwam. Mijn ouders moesten hier hun plek vinden. Voor hen was het aanpassen, aanpassen, aanpassen, en ervoor zorgen dat hun kinderen het beter zouden krijgen. Het was meer overleven dan leven, denk ik. Voor emotie was weinig ruimte. Dat heb ik als gevoelig en verlegen kind gemist. Muziek werd mijn manier om me te uiten. Inmiddels heb ik het daar gelukkig met mijn ouders over kunnen hebben, in moeilijke, maar mooie gesprekken. Zij vertelden dat zij ook maar deden wat ze van huis uit hadden meegekregen. Patronen worden van generatie op generatie doorgegeven als je er geen werk van maakt om ze te doorbreken. Daarmee moest ik aan de slag, want ik vond het zelf ook moeilijk om affectie te tonen aan mijn kinderen. Het is pijnlijk om als moeder te merken dat je het ongemakkelijk vindt om iets liefs te zeggen tegen je kinderen of om hen te knuffelen. Maar als je dat niet hebt geleerd, kan het toch zo voelen. Dat wilde ik niet meer. Ik heb dat ‘ik heb het zo meegekregen’ weten om te buigen naar: ‘dit wil ik mijn kinderen meegeven’. Vroeger was het omhelzen van mijn zoon of dochter een soort taakje, maar tegenwoordig komen daar geen gedachtes meer bij. Ik doe het en geniet ervan. We zijn elkaar bijna aan het overknuffelen!”
Dat was afgelopen jaar. Hoe ziet de toekomst eruit?
“Los van mijn muziek heb ik altijd sociaal-maatschappelijke activiteiten. Dat vind ik belangrijk. Laatst kwam ik ergens een term tegen die ik mooi vind: spiritual activist. Daar herken ik mezelf in. Bij spiritualiteit gaat het over naar binnen gaan en de connectie maken met jezelf; activisme is het doen, het werk daarbuiten. Ik ben bezig met een aantal projecten waarbij naar binnen gaan altijd het vertrekpunt is om iets te voor elkaar te krijgen.”
Een van je projecten is ART=MIND, mindfulness voor muzikanten.
“Dat is vanuit mijn eigen ervaring en behoeftes voortgekomen. In de muziekwereld ligt de focus altijd op presteren, het uitbrengen van muziek, touren. Er is weinig aandacht voor wat daarvoor nodig is: de mentale conditie van de artiest. Als je niet goed weet wie je bent en wat je wilt, ga je in die stressvolle muziekwereld hoe dan ook over je grenzen heen, met alle gevolgen van dien. Het is niet vanzelfsprekend dat jouw manager of platenlabel daarop let, dat zul je echt zelf moeten doen. ART=MIND is een project van zeven sessies, waarbij we onder meer ingaan op het verleden als bron van de keuzes die je in het heden maakt en mindfulness-oefeningen doen.”
En wat is dat Diaspora Wellhouse-project?
“Het is een platform waarmee we zwarte mensen een plek bieden om rust in hun hart te vinden en om te helen, zodat we als community sterker worden. Tijdens mijn behandeling barstte de Black Lives Matter-beweging los. Met mijn vriendin Irene had ik daar goede gesprekken over. We spraken over onze eigen ervaringen met racisme, over wat we in de maatschappij zien gebeuren. Zwarte mensen vechten al een hele tijd: tegen vooroordelen waarmee ze te maken hebben, om er te mogen zijn, voor gelijke behandeling, noem maar op. Maar naast het vechten moet er ook tijd en ruimte zijn om samen te komen en te helen. De holistische beweging is wereldwijd natuurlijk allang gaande, maar in mijn ervaring is die best wit. Op yogaretreats was ik altijd de enige zwarte vrouw. Dat is ongemakkelijk, want als je naar binnen keert, voel je je sowieso al een beetje kwetsbaar en zeker als je onder mensen bent in wie je je niet kunt herkennen.”
Je denkt dat je zo weinig mensen van kleur in de spirituele wereld ziet omdat zij zich daar te kwetsbaar voelen?
“Ja. Veiligheid is basaal. Maar het is jammer dat we daar niet zijn, want we zouden er veel aan kunnen hebben voor wat betreft onze persoonlijke groei en mentale gezondheid. Irene en ik weten allebei uit eigen ervaring wat er gebeurt als je geen aandacht besteedt aan je pijn, als je constant bezig bent met het zorgen voor anderen en jezelf verwaarloost.
Dat is ook iets wat bij onze cultuur hoort: vooral vrouwen worden daarin geacht voor iedereen te zorgen en altijd sterk te zijn. Maar je kunt niet voor een ander zorgen als je zelf in de min zit. Voor wezenlijke maatschappelijke veranderingen heb je zowel harde acties als selfcare en healing nodig. Het gaat om de balans. Die is er nu niet en daar hopen wij met Diaspora Wellhouse iets aan te kunnen doen. Maar we hebben geen haast. We hebben onszelf beloofd dat we niet meer voorbijgaan aan het zorgen voor onszelf. Onze gezondheid staat op nummer 1. Ik hoef niet meer altijd die sterke vrouw te zijn. Het is ook waardevol om kwetsbaar te zijn. Eigenlijk ben ik liever die kwetsbare vrouw, want zij staat in contact met zichzelf. Zij zal altijd even dubbelchecken bij zichzelf: heb ik hier wel ruimte, voor, kan dit wel?”
Je zou bij al deze projecten haast vergeten dat je ook zangeres bent.
“Daar heb ik echt weer zin in! Ook hierbij is er iets veranderd. Ik had moeite met in het openbaar gitaar te spelen. Ik deed het soms op het podium, maar dat veroorzaakte altijd een storm in mijn lichaam. Ik ben perfectionistisch en vond mezelf nooit goed genoeg. Die angst stond mijn ontwikkeling als performer in de weg, want hoe graag ik ook een akoestisch album wilde uitbrengen, dat durfde ik niet. Tijdens mijn ziekte dacht ik: wat als ik het nu toch doe? En toen kwam de vraag of ik de titelsong wilde schrijven voor ‘Nieuw licht’, de documentaire van Ida Does over de wording van de slavernijtentoonstelling in het Amsterdamse Rijksmuseum. Dat was een cadeautje van het universum. Je gaat er niemand bij vragen, zei ik tegen mezelf, je gaat het zelf doen. Zo ontstond ‘Learn to love’, het eerste nummer dat ik met mijn eigen gitaarspel heb opgenomen in de studio. Ik ben er heel blij mee. Dat akoestische album gaat er komen, ik ben nog aan het voelen op welke manier ik dat wil doen.”
Je bent aan het voelen – misschien kunnen we je nieuwe leven zo samenvatten?
“Ik kijk op het proces terug als een healing journey, in alle opzichten. Ik ben dankbaar dat ik het heb mogen meemaken. Ik ben er een ander, gelukkiger mens door geworden.”
Sabrina Starke (1979) is singer-songwriter en spiritual activist. Haar werk is geworteld in soul, hiphop, folk en blues; haar thema’s zijn zelfontdekking en zelfacceptatie. Ze woont met haar partner, dochter (16) en zoon (10) in Rotterdam. sabrinastarke.nl
Bron: Happinez