Eerder publiceerden wij in drie delen het bijzondere verhaal van Emma Brinkhuis. Na deze ervaring met schrijven, smaakte het bij Emma naar meer! Daarom schrijft zij af en toe voor ons een column. Lees nu haar zevende column, over plekken.
Er zijn plekken waar we liever niet komen. Plekken die we het liefst zelfs vermijden, omdat de herinneringen die er liggen ons verdrietig maken. Verdriet dat soms verstopt ligt onder de stenen die we er treffen of hoog verscholen hangt in de bomen die er groeien. Verdriet dat niet meteen opvalt als de plek bekeken wordt door het oog van een ander die deze herinnering op deze plek niet met je deelt. Plekken die op het eerste oog wonderbaarlijk schoon en onaangeroerd lijken, kunnen de diepste wonden verborgen houden als je weet waar je moet zoeken. Ik ken deze plekken met al hun beste verstopplekken. Ik weet ze moeiteloos te vinden. Maar naast deze plekken ken ik ook oneindig veel plekken waar diep geluk schuil gaat. Een geluk dat zo gelaagd is en zoveel schoonheid kent dat je de lagen eraf kan blijven pellen zonder bij de kern uit te komen. Geluk dat geen eindigheid kent. Plekken waar ik nooit voet zou hebben gezet als ik de stenen niet had opgetild of niet hoog in de bomen was geklommen. Plekken waar ik nooit zou zijn geweest als ik het verdriet niet had gevonden. Dit zijn de plekken waar ik niet lang genoeg kan zijn. Daar waar de herinneringen fijn zijn. Daar waar alles zo juist en op zijn plaats voelt dat ik er terug wil blijven komen. Dit zijn de plekken waar we blijven komen om weer nieuwe herinneringen te maken. Plekken waar we het mooiste van het leven zagen en voelden. Plekken vol geluk. Voor mij is het meer van Annecy zo’n plek.
Elke zomer ging ik met mijn ouders en broertje op vakantie naar Frankrijk of Italië. Met een volgepakte auto en caravan vertrokken we op een stille zaterdagochtend. Ondanks het vroege opstaan genoot ik van deze ochtenden. De wereld lag nog te slapen en ik stond aan het begin van iets moois. Alle voorpret voor de vakantie die ik de afgelopen dagen door mijn lichaam had voelen gieren kwam op dit moment samen tot een hoogtepunt. Vaak keek ik nog even de straat rond voordat ik de auto instapte. Mijn ogen gingen langs de nog slapende huizen en de ochtendlucht keek me vriendelijk aan terwijl ik een zachte zomerse bries inademde. Het moment dat ik in de auto stapte en ging zitten voelde ik rust. Het ging beginnen. De vakantie ging van start.
Nu twintig jaar later vertrekken we tegen alle verwachtingen in nog één keer met zijn vieren richting het meer van Annecy. Ditmaal zonder caravan, maar met een auto volgepakt met zorgen beginnen we aan een reis die we liever niet hadden gemaakt. Een reis die we maken, omdat we niet weten hoeveel er nog komen gaan.
Eenmaal terug op de plek waar het geluk oneindig leek blijkt er van al die lagen geluk slechts een dun schilletje over. Alle gelukkige herinneringen aan deze plek worden onderdrukt doordat onze gedachtes al bij later zijn. Later, als ik enkel nog een herinnering zal zijn. We hebben geprobeerd de lagen weer langzaam op te bouwen, door de fijne dingen die we deden. Maar aan het eind van de vakantie kwam ik tot het besef dat er een plek was waar ik liever was. De meest simpele plek die er is: thuis. Gewoon thuis. Daar waar we liefhadden en hebben. Daar waar we opgroeiden en groeien. Thuis, daar waar mijn herinneringen ooit begonnen. Thuis, daar waar de herinnering aan mij ooit begon.