In ‘Het verhaal van Emma’ deelt Emma Brinkhuis, die op haar 25ste voor de tweede keer kanker kreeg, op kwetsbare wijze haar bijzondere verhaal.
In deel 2 vertelt Emma openhartig over haar angsten, jaloezie en eenzaamheid.
Anders ziek
In het zesde jaar van mijn studie ging goed het mis. Ik had mijn gevoelens steeds verder weggestopt, was ontzettend moe en voelde me erg alleen. Ik had bloed laten prikken, maar hier kwam niks verontrustends uit. Ik begon me steeds vreemder te voelen. Het is moeilijk uit te leggen, maar het leek alsof mijn leven een film was geworden. Het speelde zich af in een wereld die niet echt bestond, met mij als personage dat nep voelde in een lichaam dat niet van mij was. Mijn leven, en het leven an sich, leek niet meer echt te bestaan en de wereld had een wazige gloed over zich heen gekregen. Na een aantal gesprekken met de psycholoog en psychiater werd de conclusie getrokken dat ik een ernstige depressie had en klachten van derealisatie, een gevolg van jarenlange lichamelijke uitputting en het wegstoppen van mijn gevoel. Ik genoot nergens meer van, voelde me leeg en de derealisatieklachten maakten me bang om de verbinding met de realiteit te verliezen. Ik besloot een pauze te nemen van de coschappen en startte met een antidepressivum. Langzaamaan begon ik me beter te voelen. Het waren twee jaren van vooruitgang en terugvallen. Stapje voor stapje ging het beter en ik kwam meer in verbinding te staan met mijn gevoel dan ik ooit had gedaan. Ik begon te schrijven, over kanker en hoe ik me voelde. Ook stelde ik me aan vriendinnen steeds iets meer open, maar ik bleef dit erg moeilijk vinden. Ik was namelijk nog steeds bang dat ze vonden dat ik me aanstelde. Daarnaast wist ik dat ik me na een gesprek met hen extra eenzaam zou voelen, want ik wilde dat ze me begrepen en ik probeerde zo goed en zo kwaad als het ging uit te leggen wat de invloed van de kanker op mijn leven was, maar ik voelde dat ze het niet begrepen en dan werd ik achteraf boos op mezelf dat ik het niet goed had uitgelegd.
Een angst die werkelijkheid werd
Na twee jaar niet gestudeerd te hebben besloot ik in januari 2021 mijn coschappen te vervolgen om het laatste jaar van mijn studie af te ronden. Ik was net gaan samenwonen met mijn vriend, ik kon weer een beetje genieten en het ging veel beter met mijn energie. Maar soms kan het leven zo lopen op een manier die je totaal niet aan ziet komen. Op de tweede dag van mijn herstart met de coschappen werd ik gebeld door mijn arts dat de controle MRI-scan van mijn borsten (standaard jaarlijkse controle na bestraling) niet goed was. Er volgden verschillende biopten en scans. Tussendoor liep ik coschap ter afleiding en ook met de gedachte ‘als het straks niks blijkt te zijn dan is het beter als ik nu doorga, zodat ik niet nog verder achteropraak’. Na twee weken bleek dit een te optimistische gedachte en werd ik gebeld dat ik borstkanker had. Mijn leven lang was ik bang geweest voor kanker en nu was het werkelijkheid geworden. Ik had borstkanker.
Ik was bang, bang dat ik dood zou gaan en verdrietig dat mijn ouders, broertje en vriend mij zouden moeten missen. Met mijn ouders en broertje kon ik hier goed over praten. ‘Wij zullen ontzettend verdrietig zijn, maar uiteindelijk zullen we ons leven weer oppakken’, zeiden ze, ‘want we hebben elkaar’. Dit stelde mij gerust, dit was namelijk waar ik me het meeste zorgen over maakte. Met mijn vriend was dit anders, we konden er niet goed over praten.
‘Beter’
Aangezien ik jaarlijks gescreend werd was de tumor klein en na meer onderzoeken bleek dat er geen aanwijzingen waren voor uitzaaiingen. Ik werd geopereerd en na de operatie kreeg ik te horen dat er in de verwijderde klieren geen kankercellen zaten. Oftewel, ik was weer ‘beter’. Helaas voelde ik me verre van beter. Tijdens die weken vol onzekerheid had ik me voorgenomen dat ik mijn leven niet meer zou laten leiden door kanker. Ik wilde leven zonder die angst, maar dit was een ijdele hoop. De angst was er en hij was nog veel groter nu hij éénmaal werkelijkheid was geworden. Naast de angst voor kanker was ik mezelf kwijt. Ik was niet opgelucht dat ik beter was, ik was enkel verdrietig dat ik weer ziek was geworden en niet meer wist wie ik was. Ik was niet langer dat meisje dat jaren geleden lymfeklierkanker had gehad. Ik was nu de vrouw die lymfeklierkanker had gehad als kind en op 25-jarige leeftijd borstkanker. Ik had een lichaam dat niet meer was zoals ik het kende.
Eenzaam
Ik voelde me ontzettend eenzaam en ik was verdrietig over het leven. Dat dit het mijne was en dat ik nooit een leven zonder kanker had ervaren. Ik voelde een afstand tot mijn vriendinnen, omdat mijn leven zo anders was dan dat van hen en ik hen de afgelopen jaren weinig had kunnen zien door de vermoeidheid. Daarnaast was ik jaloers. Jaloers op hun leven dat ik ook had willen hebben. Toen mijn relatie eindigde dacht ik dat ik nooit meer gelukkig zou worden. Het was eng om weer alleen te zijn en ik vroeg me af of ik ooit nog een relatie zou krijgen, want het voelde alsof ik iemands zorgeloosheid af zou nemen en hem mee zou trekken in mijn ziektegeschiedenis. Ik wist dat ik (door de bestraling) een verhoogd risico had op twee type kankers, basaalcelcarcinomen en borstkanker, beiden waren nu werkelijkheid geworden.