Hans Westgeest is oncoloog-internist in het Amphia ziekenhuis in Breda en ambassadeur van Fight cancer. Hij is erg betrokken bij Fight; zo deed hij mee aan Swim to Fight Cancer in 2019 en de LoveLife run in 2021. In dit interview maken we kort kennis met hem, ontdekken we wat zijn drijfveren zijn en waar hij zich vooral mee bezighoudt.
Drijfveren
Hans heeft in zijn werk iedere dag te maken met mensen met kanker en gelukkig kan er inmiddels veel voor hen worden gedaan. Kankerpatiënten kunnen vaak goed behandeld worden, maar nog lang niet goed genoeg. Er gaan jaarlijks nog steeds heel veel mensen dood aan kanker. Het gaat volgens Hans echter niet alleen om overleven of doodgaan, maar ook over de kwaliteit van leven. En aangezien er steeds meer mensen genezen, gaat het ook over hun leven daarna. Als je behandeld bent voor kanker, hoe krijg je je leven dan weer op de rit?
Hans: “Er wordt veel geld uitgegeven aan zorgkosten, ook voor kankerpatiënten. We willen natuurlijk dat dat geld goed besteed wordt. Dat de behandelingen die artsen geven wetenschappelijk onderbouwd zijn en een positief effect op de overleving en kwaliteit van leven hebben.” De vraag waar onderzoekers tegenaan lopen en het onderzoek om die vraag te beantwoorden is ongelooflijk belangrijk. Is er bijvoorbeeld een nieuwe behandeling die helpt, of een andere benadering of begeleidingsvorm mogelijk?
Hans: “Ik vind het belangrijk dat wat wij doen zoveel mogelijk ondersteund wordt door wetenschappelijk bewijs. Daar is veel wetenschappelijk onderzoek voor nodig en dus ook veel geld, want onderzoek is gewoon heel kostbaar. Er zijn natuurlijk meerdere manieren om aan geld te komen, maar een belangrijke bron om onderzoek gefinancierd te krijgen is fondsenwerving, zoals door Fight cancer wordt gedaan. Wat zo leuk is aan Fight cancer is de manier van fondsen werven door middel van events, dat ze een jonge doelgroep aanspreken en dat de onderzoeken die door Fight cancer gefinancierd worden vaak meer op jongeren zijn gericht. Hierdoor heeft Fight cancer echt verbinding met die doelgroep en dat spreekt mij erg aan!”
Kan je iets vertellen over hoe jij oncoloog bent geworden?
Hans: “Die vraag krijg ik wel vaker, maar ik weet het niet precies meer. Ik heb als kleine jongen steeds geroepen dat ik veearts wilde worden, want mijn vader is veearts. Op de middelbare school is dat veranderd in geneeskunde. Dat had te maken met dat ik DNA en moleculaire biologie heel interessant vond. Eigenlijk kun je zeggen dat dat in de oncologie ook een cruciale rol speelt; kanker is een ziekte van het DNA.
Ik ben eigenlijk een beetje van het ene in het andere gerold. Ik wist dat ik arts wilde worden en kwam gelukkig in één keer door de loting van de studie heen. Tijdens m’n studie maakte ik allerlei dingen mee die ik boeiend vond of die me meer interesseerden. Tegelijkertijd kregen er mensen in mijn omgeving kanker en overleden daaraan. Al deze gebeurtenissen samen hebben mij op een bepaalde manier gevormd en als het ware in een richting geduwd. Uiteindelijk kom je er als student en later co-assistent achter waar je je thuis voelt. Dat was voor mij echt de interne geneeskunde en vooral de oncologie.”
Hans wist dit al vrij vroeg, aan het begin van zijn studie. Hij wist toen nog niet hoe het zou zijn om met zulke zieke mensen om te gaan. Dat leerde hij gaandeweg en dat zorgde ervoor dat in die periode ook zijn interesse in wetenschappelijk onderzoek werd aangewakkerd en die is er nu nog steeds. Hans: “Dus als je vraagt wat ik het leukst vind om te doen naast patiëntenzorg in het ziekenhuis, dan is dat wetenschappelijk onderzoek.”
Ben je op dit moment onderzoek aan het doen?
Hans: “Ja, ik ben mijn proefschrift aan het afronden. Ik promoveer op prostaatkanker. Wat ik doe heet uitkomstenonderzoek. Daarin kijk ik naar hoe goed nieuwe behandelingen die in de praktijk komen nou eigenlijk presteren en hoe je die zo doelmatig mogelijk kan inzetten. Dit is dus een beetje op de rand van de geneeskunde, over medicijnen die al ontwikkeld zijn. Het gaat meer over de gezondheids-economische kant rond kwaliteit van leven en zorgverbetering.”
Hans is in 2011 met dit onderzoek begonnen en is dus de afgelopen 10 jaar veel bezig geweest met het schrijven van zijn eigen proefschrift. Hij hoopt begin volgend jaar te promoveren. Daarnaast is Hans in het Amphia ziekenhuis in Breda ook actief betrokken bij door anderen opgezette onderzoeken. Hans: “Wij doen daaraan mee omdat we het belangrijk vinden om de wetenschap vooruit te helpen, maar ook om onze patiënten de mogelijkheid te bieden om aan nieuwe behandelingen die in de onderzoeksfase zijn mee te kunnen doen.
Daarnaast doen we ook mee aan het opzetten van onderzoeken. Ik zit daarvoor in een aantal landelijke samenwerkingen, die bezig zijn met het opzetten van onderzoek naar onder andere melanoom, nier- en blaaskanker en eierstokkanker. Er zijn dus verschillende projecten waar ik een meer of mindere prominente rol in heb. Dus zoals je hoort, is onderzoek zeker iets waar ik veel mee bezig ben. En dat is heel leuk, want het is echt gaaf om te zien dat er stappen worden gemaakt, er onderzoeken gepubliceerd worden en je het vervolgens in de praktijk kan brengen. Dus dat er door onderzoeken waar je aan gewerkt hebt ook daadwerkelijk betere behandelingen beschikbaar komen.”
Er is in de afgelopen 10 jaar een hoop vooruitgang geboekt op het gebied van onderzoek. Bijvoorbeeld in het geval van immunotherapie. Toen Hans net begon met studeren bestond dat praktisch niet. Rond het jaar 2000 zijn onderzoekers het gaan ontwikkelen en de eerste publicaties gaan terug naar de eerste jaren van zijn studie. Hans: “Toen ik in 2006 in het VU Medisch Centrum zaalarts was, aan het begin van mijn carrière, werd immunotherapie voor het eerst onderzocht op mensen, daar deed de VU toen ook aan mee. In 2011 werd het de standaard behandeling voor melanoom en de afgelopen jaren gebruiken we de therapie heel veel, ook bij andere soorten kanker. Hier in het Amphia ben ik één van de immunotherapie dokters. Het is supergaaf dat het in 20 jaar tijd van niks naar een belangrijke optie is gegaan. Allemaal door onderzoek! Immunotherapie is ook echt baanbrekend. De ontdekkers ervan hebben twee jaar terug zelfs de Nobelprijs gekregen. Dat zegt al een hoop. De therapie zorgt ervoor dat voor een aantal kankers waar eerder nauwelijks een behandeling voor was, bijvoorbeeld melanoom, nu ongeveer de helft van de mensen het overleeft. Dat is geweldig!”
Waarom wil jij graag ambassadeur zijn van Fight cancer?
Hans: “We hebben hier in Breda zo’n waanzinnig succes gehad tijdens Swim to Fight Cancer in 2019 en de LoveLife run! Aan de Swim deden we met een team van 50 man mee. Allemaal verpleegkundigen, artsen en specialisten. En we hebben als Amphia-team ongeveer €60.000 opgehaald. Een van de redenen dat ik graag ambassadeur van Fight cancer wil zijn, is dat ik heel erg hoop dat het lukt om in andere steden ook andere oncologen te vinden die hier wild enthousiast van worden en dit ook met hun ziekenhuis willen gaan doen. Door met een team uit het ziekenhuis mee te doen aan een Swim of een LoveLife run doe je iets met z’n allen. Je bent met elkaar aan het trainen en leeft samen naar het evenement toe. Je gaat samen geld ophalen, je houdt elkaar op de hoogte en spreekt elkaar daardoor ook over iets leuks, waar je energie van krijgt. Je bent er met z’n allen mee bezig en haalt als het goed is ook nog eens een groot bedrag op. Perfecte teambuilding en belangrijk voor kankeronderzoek. Als het zou lukken om in heel veel steden een team vanuit het ziekenhuis mee te laten doen, dan zou dat natuurlijk geweldig zijn!