Onderzoek met tumorcellen van een hond kan in de toekomst honden én kinderen met botkanker helpen. Onderzoekers van de faculteit Diergeneeskunde, het UMC Utrecht en het Prinses Máxima Centrum werken samen aan nieuwe medicijnen tegen de meest voorkomende vorm van botkanker, osteosarcoom. En het tumorweefsel van hond Saartje kan daarbij helpen.
Hoewel osteosarcoom de meest voorkomende bottumor bij kinderen is, is het een zeldzame vorm van kanker. In Nederland krijgen ieder jaar vijftien tot twintig kinderen deze bottumor. Om de kanker vast te stellen wordt er een klein stukje van het weefsel verwijderd, wat een biopt wordt genoemd.
Van deze biopten is er echter maar een klein deel beschikbaar voor laboratoriumstudies omdat de tumor pas na chemotherapie wordt verwijderd. Er is dus maar weinig onaangetast weefsel voor handen, wat het lastig maakt om onderzoek naar deze vorm van kanker te doen.
Bij honden komt osteosarcoom veel vaker voor. Bij sommige rassen zelfs tot 27 keer vaker dan bij mensen. Ook wordt de behandeling ervan in omgekeerde volgorde gedaan. De tumor wordt eerst verwijderd en daarna start de chemotherapie pas. Dit zorgt ervoor dat er van honden meer onaangetast weefsel beschikbaar is.
Opkweken in het lab
Hond Saartje is succesvol behandeld voor osteosarcoom. Tijdens dat traject is er een stukje van de tumor in het lab opgekweekt. Omdat Saartje nog geen chemotherapie had ondergaan, was het weefsel nog ‘levend’ en onaangetast en dat leverde veel interessante nieuwe inzichten op.
„Bij osteosarcomen is het gedrag van de tumor bij mens en hond heel goed vergelijkbaar. Door onder andere MRI-scans en de gevoeligheid van het tumorweefsel voor medicatie te bestuderen, kunnen we beter begrijpen hoe deze tumor werkt en hoe we hem kunnen bestrijden”, legt specialist interne geneeskunde en oncologie bij de faculteit Diergeneeskunde Maurice Zandvliet uit.
„Door het osteosarcoom bij honden te behandelen, krijgen we dus ook nieuwe inzichten in hoe osteosarcoom bij mensen werkt. Zo kunnen we substantiële bijdragen leveren aan betere diagnostiek en uiteindelijk aan een betere behandeling.”
En dat is nodig, want er is nog veel onbekend over deze agressieve vorm van kanker. Het is bijvoorbeeld nog niet duidelijk hoe de bottumoren ontstaan. Op dit moment komt de kanker na behandeling bij twee op de vijf kinderen toch weer terug. De komende tijd willen de onderzoekers daarom nog meer honden met osteosarcoom behandelen. Zo kunnen ze onderzoek doen naar snellere diagnose en betere behandeling van honden én mensen.
Bron: BN DeStem